donderdag 5 maart 2009

Anarchy in CCTV

Vrienden en vijanden van mezelve,

Mijn excuses voor deze ietwat chaotische, onpersoonlijke tijding maar wat had u verwacht. Chaos is een hogere vorm van ordenen.
Om een of andere reden was schrijven tot nu toe onmogelijk. Was het een gebrek aan inspiratie, een kapotte computer, een boeiend leven, een accute luiheid? De waarheid zal zoals steeds weer eens in het midden zwelgen.
Intussen zijn we een week verder en het lijkt alsof ik van de ene wereld in de andere lijk gestapt. Gelukkig zijn er overal H&M’s die je een gevoel van thuis kunnen aanbieden. De eerste week kan geslaagd genoemd worden, al is het uiteraard altijd anders dan je zou verwacht hebben. In sommige aspecten is het beter, in andere weer minder.
Laat me beginnen bij het begin. Een boottocht van Zeebrugge naar Hull, zonder Gyronef maar maar met krop in de keel ergens tussen kant en wal in Zeebrugge op een boot vol Engelsen en de occasionele dronken Waal. Ik nam afscheid van vader in de Ford en moest aan Livia denken toen de boot gehuld in neonmist de haven verliet en me voor het langst in mijn leven van Belgische bloed, bodem eer en trouw scheidde. Ik wilde blijven staan tot het laatste menselijke lichtje op zee zou uitdoven. Jammer genoeg vaarden we op één van de drukst bevaren zeeroutes van de wereld, waar menig Chinees papierloze naar Engeland verscheept werd en ik mijn doel opgaf en naar onze veilige kajuit versaste. Al het personeel op de boot is van Filipijnse origine, terwijl op de affiches en reclamebrochures de mensen blank zijn. Niet dat dat iets is om echt trots op te zijn.
De gigantische industriële kankerplek langs de Humber Rivier verwelkomde ons in de ochtend en ik wist niet echt of we nu al in Engeland waren of niet. De vervallen haven van Hull lag even verderop, maar het duurde toch nog even voor we echt voet aan grond konden zetten.
Uiteraard liep het al direct fout op Britse bodem en was er niemand om ons op te halen aan de Ferry haven. En al gauw zat ik daar met mijn lieve moeder, aan het grauw van een parking, wachtend op een lift. Michiel Hendrickx had er een mooie foto van kunnen maken.
Maar al gauw was de immer Britse Robert er om ons op te pikken in zijn Volvo, vloekend op de technologie en pratend over het weer. Een constante in mijn week.
Mijn kamer is klein, maar gerieflijk. Zo zou een makelaar het aankondigen. Ik zou meer fotos willen laten zien, maar ik ben er in geslaagd mijn foto apparaat nu al te verneuken. Het is een waar schandaal! Ik heb een Picasso en een Munch, en plaats voor een (my little) pony.
Uren spendeer ik er de muren opkruipend en af en toe zing ik iets van The Beatles of ‘sympathy for the devil’ als mijn haar goed ligt. Ik mis mijn fiets bijna evenveel als jullie, lustige lezers, maar sinds ik niet fiets ligt mijn haar wel elke dag goed. Geluk ligt in een kleine hoek, al betaalt mijn vader wel 65 pond per week voor deze kamer.
Hull is echt wel best ok. Het heeft de grootste kerk van Engeland (groter dan sommige kathedraal, maar een kapelletje naast dé kathedraal), een mooie rivier, een groot aquarium. In sommige pubs vind je schedels en in andere worden Ales geserveerd, zonder schuim maar wel in halve literglazen. In de straten kan je verdwalen voor vijf minuten en af en toe hoor je iemand heel luid: ‘YA FOOKIN TWAT!’ roepen.
Vrienden maken gaat hier gemakkelijk, toch zeker de eerste dagen, al de eerste dag heb ik een groepje vrienden gemaakt van zeven mensen die ik elke dag zie: twee italiaansen, een zweed, een duitser, en een Finse en als wij iets samen doen dan is dat een mop.
De eerste avond won het quizteam waar ik bij zat al voetbaltickets voor Hull tegen Stoke City, dus dat is al geweldig. De dag daarna zong ik de pannen van het dak, of toch de krollen van de trap bij de karaoke (Space Oddity van bowie, smooth criminal , niet mijn keuze, in de Alien Ant Farm versie).

De universiteit op zich is ook wel best knap. Alles is erg centraal gelegen, en op vijf minuten wandelen ben ik in het (erg lelijke) Social Sciences gebouw, waar ik les heb.
Al mijn vrienden wonen ongeveer in dezelfde straat, wat ons een hechte internationale gemeenschap maakt.
In de ochtend draagt iedereen traditionele kledij en begint harmonieus te zingen als in een musical. Ik deed gisteren nog een schoorsteendans. Het was geweldig. Binnenkort is een parade.

Er wordt wel echt elke avond voor elkaar gekookt en het bier vloeit dan redelijk vlot. Tijdens de dag maak ik graag lange wandelingen, helemaal alleen. De eerste twee dagen vond ik het romantisch om geen kaart mee te nemen, maar nadat ik ergens in de haven was terechtgekomen, heb ik dat plan laten varen.

Van woensdag tot vrijdagmiddag was ik erg ziek. Het was iets met longen, hoesten en proesten. Godzijdank vond ik de reeks ‘leven in het lichaam’ op het internet waardoor ik in bed kon leren. Bronchitis is een virus, dus ik werd aangevallen door blauwe wezentjes (de vld). Tegen vrijdag was het opgetrokken. Maar het waren twee vreselijke dagen zonder lucht en veel te veel overpeinzingen.
Speciale dank aan Jasper voor de serie Arrested Development en ‘the devil and Daniel johnston’ .
Vrijdagavond heb ik mezelf genezen verklaard en was er ergens pizza-avond en dan zijn we uitgegaan in een oude suikerfabriek waar ze suikermuziek speelde, maar dan niet sprookjesachtig. Het was erg leuk. De Engelse vrouwen zijn wel heel schaars en sletterig gekleed, gelukkig ben ik dat ook.

Vandaag heb ik me geregistreerd in het fitnesscentrum (!!!), nadat ik gisteren de vraag kreeg ‘ is everyone in belgium as thin as you are’ en dat van een haast anorectisch meisje ( in een massa van ongecontroleerd gewicht). Sportfaciliteiten zijn hier zeer uitgebreid en ik heb vandaag twee zweden afgedroogd met pingpong (dat is een sport). Ik denk er ook aan om te gaan kanoën. Soms denk ik ook aan El Salvador. Ik zou één van mijn zeven zonen El Salvador willen noemen.In de avond maakte ik Nasi Goreng voor iedereen, de Duitser begreep niet toen ik zei ‘ it must be difficult for you ’ (nazi goering! Hahahahahahahahahahahhahahahahhahahahaha). Ik ben ook gestopt met hem de Duitser noemen, ik zeg gewoon Herr.
Morgenvroeg gaan we een dagje naar York, naar het schijnt schoon, maar of je ervan kunt eten dat bevalt te bezien. Of het prachtig zal zijn als Senlis op een jonge juni-avond na een lange fietstocht, dat valt te betwijfelen.
U kan tussen de lijnen lezen dat ik momenteel een tevreden mens ben. Het is erg onwezenlijk hoe je op een week je leven kan omgooien en je ergens bijna thuis kan voelen.
Het Engelse is nog steeds met een Afro op de tanden, maar het rolt steeds beter. Aan het huidige tempo ben ik failliet tegen midden mei, maar failliet schijnt het erg goed te doen tegenwoordig.
Gewoon zal ik het nooit worden, maar Antwerpen ben ik ook nog steeds niet gewoon en dat is goed. Het links rijden en de slechte verkeerslichten voor voetgangers zijn irritant, maar ach. Ondertussen drink ik thee op onmogelijke uren en wacht op de zon en dat is ook wel goed denk ik. Het is enkel jammer dat het gros van Groot Brittanië meer lijkt op een Ken Loach film dan het Engeland van Asterix en de Britten. The Wind that shakes the Barley had wel mooie vergezichten.

Geen opmerkingen: